maandag 2 maart 2015

Digibeten en bijen


Digitaal schuilen. Padje had gehoopt dat er tenminste één iemand 'van vroeger' haar digitale maatje zou willen zijn. Niets bleek minder waar. Padje bleek in digibete kringen verkeerd te hebben, of tenminste in kringen met een weerzin tegen alles wat digitaal is. Dit was een grote teleurstelling. Het idee van een life-line met de buitenwereld via internet viel in duigen. En padje? Padje trok zich nog verder terug in de modder. Ze voelde zich afgewezen en wist even niet meer hoe nu verder.

Een bezig bijtje


Diep weggedoken in haar modderbed hoorde padje op een dag een vrolijk gezoem. Ondanks haar sombere gemoed werd ze toch nieuwsgierig. Wat zou dat toch zijn? Voorzichtig glibberde ze uit haar veilige modderonderkomen en keek om zich heen. Toen ontdekte ze de bron van het vrolijke gezoem. Een bezig bijtje was druk in de weer met emmers, bezems, dweilen om de slag met de modder te winnen. De eerste reactie van padje was: waar bemoeit die bij zich mee. Weg jij! Dit is mijn modder. Maar deze bij had iets wat haar raakte. Ondanks het feit dat padje de schoonmaakzucht als een inbreuk op haar privacy ervoer wilde ze deze bij toch een kans geven.

Een dichter-bijtje


'Van het padje' maakte graag sprongen in de tijd. Zo ook nu. Bezige bij bleek een zeer gevoelig maatje te zijn voor padje. Het maatje dat padje nodig had om niet geheel te vereenzamen in haar modderbed. Een maatje dat padje in haar waarde liet, pas dichter bij kwam als padje dat toestond. Taalgevoelig, voorzichtig in haar woordkeus, zeker geen dichter of poet, maar wel iemand die taal op een niet 'gewelddadige' wijze gebruikt. Padje had te vaak zinnen gehoord als: een schop onder je kont moet je hebben; je ziet er anders helemaal niet slecht uit; joh, een vakantie en je bent weer helemaal 'het vrouwtje'. Bij was anders. Bij was bescheiden, zonder oordeel en checkte eerst of padje ergens behoefte aan had voordat ze tot daden overging.

Voor-bijen en na-bijen


Padje besloot dat ze Bezige-bij een andere naam wilde geven. Het werd Dichter-bij. Deze naam deed veel meer recht aan het bijtje en 'Van het padje' sloot haar in haar hart. Ze had een nieuwe 'Verwarde Cavia', die echter alles behalve verward was maar wel een plek tussen donker en licht bood. Een plek die padje zo nodig had. 'Van het padje' had nog andere namen overwogen. Na-bij. Maar die naam reserveerde ze toch liever voor verwanten, familie die door bloedbanden nabij waren. Voor-bij dan. Nee, ze had teveel 'bijen' in haar leven voorbij zien komen. Toen padje nog een goed gevulde honingpot had bleven ze wel hangen, maar toen ze eenmaal van het padje was en balanceerde op de rand van de oneindig diepe en duistere put, waren ze gauw voor-bij. Zeker toen het allemaal wel erg lang duurde. Beter een naaste buur dan een verre vriend, dacht padje. Vandaar 'Dichter-bij'.

Gewoon 'zijn'


Dankzij Dichter-bij vereenzaamde padje niet, had ze een gesprekspartner over luchtige, en andere zaken die haar bezig hielden en had ze minder de neiging om zich lang rond te wentelen in de modder. Wanneer je zoals padje op de rand van de put staat is het heel erg belangrijk mensen om je heen te hebben die er 'gewoon' zijn, Zonder oordeel, zonder 'zorg-complex', zonder de behoefte je dingen te laten doen die je - nog - niet kan opbrengen en die je mogelijk wel over de rand van de put duwen als ze doorgezet worden. Mensen die dingen beloven en ze vervolgens ook waarmaken. Dat geeft weer wat vertrouwen in de wereld en dat heb je nodig wanneer je van het padje af bent. Padje gunt iedereen in haar situatie dan ook een 'Dichter-bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten